Direct naar artikelinhoud

Een op de vijf Nederlanders heeft zware slaapproblemen

Hendrik heeft de nacht doorgebracht in ziekenhuis OLVG-west, waar ze zijn slaapgedrag meetten.Beeld Patrick Post

Of hij een beetje lekker geslapen heeft, vraagt een langswandelende arts in het Amsterdamse ziekenhuis OLVG aan Hendrik (35). De monteur van beveiligingssystemen uit Lexmond is een van de Nederlanders die gebukt gaan onder zware slaapproblemen, waarover het CBS vandaag publiceert. 

Hij staat hier nu op de derde verdieping, volgehangen met pleisters, draden en sensoren zodat neurologen precies kunnen zien hoe Hendrik afgelopen nacht sliep. “Och, ik mag niet klagen”, zegt hij op de vraag van de arts.

Maar eigenlijk mag dat best, als je hoort wat hij allemaal probeerde om van zijn slaapapneu af te komen. Bij apneu stokt de adem tijdens het slapen minstens tien seconden doordat iets de keel afsluit, bijvoorbeeld de tong. Daardoor wordt de patiënt continu half wakker en rust niet goed uit. Het lagere zuurstofgehalte in het bloed kan organen als het hart en de hersenen schaden.

Door dat onrustige slapen is hij Hendrik naar eigen zeggen aan het eind van de dag gebroken

Zo’n tien jaar geleden kwam Hendrik achter zijn probleem, toen hij met familie in een vakantiehuisje zat. Zijn tante merkte op dat hij ’s nachts ‘een heel bos liep door te zagen’, en dat zijn ademhaling ook wel­eens een tijd stilstond.

Door dat onrustige slapen is hij aan het eind van de dag gebroken, zegt Hendrik. Meer dan eens heeft hij zitten knikkebollen als hij voor zijn werk met de auto op pad was. “Dan moest ik echt even langs de weg stoppen voor een hazeslaapje.”

Ademhalingsapparatuur zoals een zuurstofmasker en een beugel in de mond mochten niet baten. Zo ook de zware operatie in december niet. Chirurgen plaatsten Hendriks gehemelte toen een stukje omhoog en voorzagen zijn tong van littekens om die minder slap te maken. Om te kijken hoeveel die operatie hielp, kwam Hendrik nu opnieuw een nachtje slapen. Maar hij kan er zelf al over zeggen: hooguit een kleine verbetering. “Ik voel me niet herboren.”

Juist daarom wil hij niet met zijn volledige naam in de krant. “Over vijftien jaar kunnen toekomstige werkgevers dan nog steeds lezen dat ik slecht slaap.” Dan nemen ze hem echt niet meer aan, denkt hij.

Insomnia

Hendrik slaapt weliswaar gebroken en zeer onrustig, hij slaapt wél snel in. Een ander deel van de Nederlanders met een slaapstoornis lukt het überhaupt niet om in slaap te vallen. Chronische slapeloosheid, ook wel insomnia genoemd. “Al is slapeloosheid eigenlijk een ietwat misplaatste term”, zegt somnoloog Eus van Someren van het Nederlands Herseninstituut.

“Slapen doen ze wel degelijk, het voelt alleen niet zo. Om de paar seconden wil hun brein even peilen wat er in de omgeving gebeurt. Of de slaapkamer nog wel veilig is. Het is bij hen dus over-alert.” Echt helemaal wakker worden is dat niet, maar zo voelt het wel.

Tot nu toe is cognitieve gedrags­therapie de beste remedie.

Van Someren vergelijkt dat met een duikboot onder water, die constant de periscoop even omhoog steekt om boven het wateroppervlak te kijken. “In het lab zien we dat hoe vaker dat soort periscoop-momenten optraden in hun hersenen, hoe sterker mensen het idee hadden de hele nacht wakker te liggen.”

Tot nu toe is cognitieve gedrags­therapie de beste remedie. Het opschrijven van de gedachten over het slaapprobleem en die eventueel ontkrachten – ‘ik denk dat ik niet functioneer met minder dan acht uur slaap per nacht, maar is dat ook zo?’, en gedrag uitzoeken dat werkt. “Zoals weinig koffie, weinig op beeldschermen kijken voor het slapen gaan en geen drukke vergaderingen na 18.00 uur.”

De volledige naam van Hendrik is bekend bij de hoofdredactie.

Veel Nederlanders worden onuitgerust wakker

Een op de vijf Nederlanders zegt te kampen met slaapproblemen, en bijna de helft van hen wordt daardoor belemmerd in het dagelijks functioneren. Dat blijkt uit slaapstatistieken die het CBS ­vandaag publiceert. Voor het eerst nam het bureau een vraag over slaapproblemen op in haar Gezondheidsenquête, waaruit het vandaag het slaapgedeelte ­publiceert. Of de slaapproblemen in Nederland toe- of af­nemen is daarom niet goed te zeggen.

Klachten door slechte slaap zijn vooral een slechte concentratie, vergeetachtigheid of een slecht humeur. De problemen stijgen mee met de leeftijd van de respondenten. Van de 75-plussers zegt ruim een kwart niet goed te slapen, onder 12- tot 16-jarigen is dit nog geen 10 procent. Volgens neuroloog Hans Hamburger komt dat vooral doordat ouderen vaker medicijnen slikken die hen wakker houden. “Of vaker naar het toilet moeten”, zegt de specialist in slaapziektes van het Amsterdam Slaap Centrum.

In elke leeftijdscategorie zeggen mannen beter te slapen dan vrouwen, over de hele leeftijdslinie hebben mannen er anderhalf keer minder vaak last van. Hamburger kan dat gevonden verschil niet helemaal verklaren. “Wel weten we dat hormonen eerder tot een onrustige nacht leiden. Zoals in de puberteit en de overgang.”

Mensen met een slaapstoornis praten daar niet graag over, zegt Hamburger. “Ze denken: straks vlieg ik er bij een reorganisatie als eerste uit omdat mijn baas weet dat ik slecht slaap.”

Een slechte nachtrust is heus geen ramp, zei de vermaarde slaapdokter Chris Winter uit Amerika eerder tegen Trouw. 

Slaapexpert Eus van Someren legde al eerder uit wat je zelf kunt doen om slapeloosheid tegen te gaan. Al zullen mensen die hier last van hebben nooit echt goede slapers worden.