Direct naar artikelinhoud

'Wageningen' geeft onafhankelijkheid weg aan industrie

Hoofdvestiging van het chemische bedrijf BASF in Zwitserland.

Met de benoeming van BASF-functionaris Bennard van Ravenzwaay tot bijzonder hoogleraar verkwanselt de Wageningen Universiteit haar onafhankelijkheid aan de industrie.

Dat vindt Pesticide Action Network, een Europese koepel van organisaties die tegen het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw ageren. Volgens PAN Europe probeert het Duitse chemische bedrijf BASF met de leerstoel van Van Ravenzwaay industrie-invloed te kopen aan de universiteit.

'Maximaal transparant'
BASF is een belangrijke producent van bestrijdingsmiddelen. De nieuwe leerstoel wordt volledig gefinancierd door de multinational uit Ludwigshafen, waar Van Ravenzwaay hoofd experimentele toxicologie en ecologie is en blijft.

De universiteit is verbolgen over de kritiek van PAN Europe. Volgens woordvoerder Simon Vink is de universiteit maximaal transparant over samenwerking met bedrijven. "Onderzoek wordt altijd gepubliceerd en dat gebeurt in onafhankelijke wetenschappelijke tijdschriften, na beoordeling door vakgenoten. Buitengewoon hoogleraren rapporteren bij ons aan hoogleraren die gefinancierd worden uit de eerste geldstroom (door de rijksoverheid). Deze kritiek van PAN Europe is kwalijk en suggestief", aldus Vink.

'Onafhankelijkheid mag samenwerking niet in de weg staan'
Van Ravenzwaay werkt sinds 1987 bij BASF, hij is opgeleid in Wageningen. De nieuwe buitengewoon hoogleraar hield donderdag zijn inaugurele rede over nieuwe mogelijkheden om het aantal dierproeven in de wetenschap terug te dringen.

Voorafgaand aan zijn rede zei de onderwijsdecaan van de Wageningen Universiteit, hoogleraar Tiny van Boekel, dat wetenschap onafhankelijk behoort te zijn, maar dat dit samenwerking met het bedrijfsleven niet in de weg staat. "Wetenschappers zitten niet in ivoren torens. Ze moeten waar mogelijk samenwerken met het bedrijfsleven. Die samenwerking moet dan wel wetenschappelijk relevant zijn en de kwaliteit van een kandidaat moet buiten twijfel zijn. Bovendien moeten we als universiteit transparant zijn over die samenwerking. In Wageningen zijn we dat."

Volgens PAN Europe pakken de wetenschappelijke publicaties van Van Ravenzwaay vaak positief uit voor de industrie. De organisatie haalt een studie aan uit 2000, waarvan Van Ravenzwaay als tweede auteur stelde dat het schimmelbestrijdingsmiddel vinclozolin van BASF veilig was in lage doses. Dit middel werd in 2006 in de EU verboden wegens een risico op verminderde vruchtbaarheid bij vrouwen.

"Wageningen is een voorbeeld van een ontwikkeling dat universiteiten steeds meer het slachtoffer worden van het bedrijfsleven", aldus Hans Muilerman van PAN Europa. "Echt onafhankelijke wetenschap wordt schaars. Uiteindelijk zullen de partijen met het meeste geld, zoals de chemische industrie het wetenschappelijke debat gaan dicteren."

Universiteit: 'Samenwerken is meerwaarde'
De kritiek dat sommige universiteiten nauw samenwerken met het bedrijfsleven, klinkt steeds vaker. Vooral Wageningen wordt vaak als voorbeeld genoemd. Volgens Simon Vink, woordvoerder van de universiteit, is er geen enkele reden voor bezorgdheid. "Samenwerking biedt voor ons als universiteit een grote meerwaarde. Wij onderkennen en begrijpen de zorg in de samenleving over de betrouwbaarheid van wetenschappelijk onderzoek. Daarom zijn we open over onze samenwerking. Ons onderzoek is controleerbaar en verifieerbaar."

In 2011 bleek uit een onderzoek van het bureau Profundo, in opdracht van het tv-programma 'Zembla', dat er tal van financiële banden bestaan tussen de Wageningen Universiteit en chemische bedrijven zoals BASF, Bayer en Syngenta. Volgens de universiteit wordt 70 procent van het onderzoek gefinancierd door overheden of uit onafhankelijke fondsen. De resterende 30 procent van het geld komt van het bedrijfsleven.