hoeveel lief kan ik hebben? hoeveel open hart kan ik aan? en hoeveel zacht had ik gewild? wat me nooit reikte en raakte, altijd tekort.. net tekort. telkens weer wuivend naar die ander.. zie je mij? echt? Ik wil zo graag in jouw ogen geboren; ontwart, vredig en zo krachtig simpel zonder al die namen, vermoeienissen, oude holletjes en nieuwe kansen maar er lijken altijd anderen belangrijker, beter, lichter, hoger, voller, rijker, slimmer ik wil zo graag in mijn gevoel de schat zelf zijn, als je lieve schat zegt maar je ogen kijken weg ze lijken zo vervreemd en ontheemd ken je mij nog? van toen? van voor de ingeslagen weg, die ons pijnigde, die ons tartte en op de knieën dwong weet je nog hoe ik toen zong? weet ik nog hoe jij toen krachtte in helderheid?
ken je deze klank? in jezelf? de energetische werking van de hoop, het verlangen naar een gevoel van thuis? in de klank zit de geboorte van een persoonlijkheid, de proeve van onbereikbaarheid ingebed in het collectieve geheugen van de traumawerkelijkheid die we leven noemen, in geboorte en dood. de hoop sabelt de ware daadkracht neer en maakt ons nodig, zo nodig te bestaan in een werkelijkheid met rauwe randjes, vol hopeloze en onthande vormen van liefde.
de hoop zet de vraag voorop. leven is een vraag en jij of ik één van de ingevoegde antwoorden in ons bestaan langs verleden, heden en toekomst. en alles, de al- beweging oogt altijd tijdelijk. het verlangen is geen wezensuiting, geen bestaansrechtelijk zijn. het verteert, versmalt en be- grijpt ons en ach, wie kent hem niet? de zoetzoute pijn van dit onvermogen om onszelf te begrijpen langs weten.
iemand schreef laatst; taal raakt niet aan ons diepe bewustzijn. in bovengenoemde context is dat ook zo, in mijn beleving. taal veronderstelt in het persoonlijkheidsgeval een mogelijke vorm van zijn langs een mogelijk portaal en wordt ontleedt langs de wetten van wat velen matrix noemen. de wereld van mits en marens, van ontleden tot we niet meer kunnen en van hervinden van het idee dat uitvinding is wat werkelijk geschiedt. vervolgens wordt deze taal dan ‘’dieper’’ ontleedt middels dat mogelijke Zijn vol vraag en antwoord, wat dus aan alle kanten vatbaar is voor illusie, vervorming, ontbinding en onthanding. en dan als oplossing; de on- versus zinnigheid van het lezen van boeken met daarin sturende informatie (en een vooropgestelde uitkomst die uiteindelijk richting dood lijdt en leidt), die ons de illusie geeft dat we de stukjes ontbrekende info te vinden hebben via diezelfde sturing. en ja, dan ontstaat er verwarring, heel veel verwarring. taal raakt juist aan een diep bewustzijn. het is een wezenrijke ingang in weten, niet een persoonlijke en op eigenbelang gerichte veronderstelling waar ons nodig zijn vanuit on- gelijkheid in doorschemert. alles wat wij wezens in het pure gevoel beleven raakt aan bron, zo ook taal en beeld. niet voor niks wordt er ontzettend gegoocheld en gegoogeld met verwarring en ontwarring in dat opzicht. alles wordt verdraaid en zo zouden we via afgeroomde taal en in deze verwarring ergens uitkomen, waar ons diepere of hogere zelf dan zou wonen. dus ja, laten we het zelf vooral aanmoedigen in de war te zijn, ons te laten duiden in dat opzicht tot een innerlijk nooit volgroeide kinderlijke harrie door de warrie. vol onbewustzijn en onkunde, altijd hulpbehoevend en voor verbetering vatbaar. het belang is groot, zo groot, om een ander in en uit ons idee van werkelijkheid te trekken. om een ander een uitzicht te geven die ‘’bekend’’ lijkt en dus moet het wel bemind zijn. en waarvoor? geld? aanzien? macht? redder spelen? er zit natuurlijk een veel diepere laag achter, waarin wij onszelf middels onze idee van zijn straffen, terechtstellen en pijnigen. waarin we ons onderzoeken op behoeften, waarin we ons opsplitsen in antwoorden en waarin we ons afhankelijk opstellen ten opzichte van de betere slimmere mens. alles om ons te laten vergeten dat waar weten helemaal niet gewist Kan worden, zonder al die angstperikelen die ons opgedrongen worden met een ik besef vanuit een afstammelingenbrein. dit afstammelingenbrein; het zijn gewoon beelden, plaatjes, filmpjes die ons gevoel voor persoon-lijk een rad voor ogen draaien. een vredige staat brengt het ons in ieder geval niet. die zit in onszelf en behoeft geen duiding. sterker nog, er wordt middels allerhande uitleg langs historie en evolutie juist zo min mogelijk betekenis gegeven aan deze vredige staat, opdat hij ongeduid niet zal opvlammen en leven diep in ons. nodig zijn in een traumawerkelijkheid, om andermans trauma’s op te lossen is er zelf in oplossen. een vredige staat bevindt zich op aarde in een soort betekenisloze vacuümrand, die aan ons zicht onttrokken wordt. het zou niet van nut zijn daar iets te vinden, omdat er niks zou zijn dat ons een weg wijst. ik lief mij er in elke tekst die ik schijf verder naartoe. en in de vele uitwisselingen die ik heb met mensen die reageren op ‘mijn’ schrijfsels lieven we samen. het voelt soms als een onaards soort dansende kernessentie die steeds dieper ankert, ontplugt, en ontwervelt. langzaamaan of juist tijdloos snel uit de loep en in de stroom. en waar steeds meer mensen wezenrijk in meebewegen, dit keer juist door hun eigenheid eraan toe te voegen. geen volgzaamheid, geen voorschrijvend orgaan, geen betweten. Samen. en de taal is weer van ons.. zoals het altijd is geweest.
❤
en zoals alles begint dit met een net zo lang draaien van De werkelijkheid tot hij werkelijk nog maar een onsje weegt en je er met gemak dwars doorheen kunt kijken ;)
moniek
|