Erwin Beltman is headgroundsman bij Stadion Feyenoord Rotterdam en directeur van MasterinGrass. Wij waren bij hem te gast voor ons item Passie voor Gras, en mochten de magische grasmat betreden. Ontdek zijn passie voor gras in dit interview, of bekijk de video’s.

Hoe lang ben jij al verantwoordelijk voor de grasmat bij Feyenoord?

Dat is vorige maand precies acht jaar geleden. Ik ben in 2013 naar Rotterdam gekomen. Daarvoor heb ik 18 jaar op de Koninklijke Haagsche Golf & Countryclub gewerkt. 

Op een bepaald moment wilde ik mij meer gaan verdiepen in de materie. Dus ik ben mij verder gaan scholen. Daar kwam ik in aanraking met Maarten van Heck. Maarten is een bekende in onze branche. Hij deelde de vacature van Feyenoord, waardoor ik ging nadenken of voetbal misschien ook wel heel gaaf kon zijn in plaats van golf. De rest is geschiedenis. Het is inmiddels alweer ruim acht jaar geleden dat ik verantwoordelijk werd voor alle velden van Feyenoord.

Mijn eerste wedstrijddagen vergeet ik nooit meer. Ik was verantwoordelijk voor de wedstrijd tegen Utrecht en daarna die tegen ADO Den Haag.  Je bent dan in één keer verantwoordelijk voor zo’n veld als van de Kuip, waar bijna wekelijks ongeveer 50.000 man zit. En dan zijn er ook nog een heleboel mensen die het op tv zien. Dat bracht wel een bepaalde trots én bangigheid met zich mee. Maar ik vond het vooral een eer!

Ik weet nog dat ik allemaal foto’s nam, vanuit alle hoeken van het stadion. Dan zie je ook nog eens in het vak een enorm spandoek hangen met de tekst: “Sterker door Strijd”. Kippenvel op plekken waar je nooit kippenvel zou hebben. Sindsdien ben ik helemaal vergroeid met de club. 

Het veld van de Kuip is sinds 2014 voor de zevende (!) keer op rij uitgeroepen tot beste veld van Nederland. Wat is hét geheim volgens jou?

Je wil de beste zijn en het meeste uit je team en je materialen halen. Ik kan zeggen dat ik een bevoorrecht mens ben. Samen met mijn manager Rico Salomons hebben wij in de afgelopen acht jaar dit machinepark opgebouwd en een team samengesteld waarmee we deze topprestaties neer konden zetten. Daarom halen we ook keer op keer die schaal binnen.

Ons grote geheim is niet alleen onze passie voor gras, maar ook dat wij alles in eigen beheer doen. Als het regent en we iets op het programma hebben waarvoor het droog moet zijn, hoef ik geen aannemer meer af te bellen. Ik plan in wanneer ik wil, bij wijze van spreken ’s nachts als het zou moeten. Dat is een groot deel van ons succes. En het plezier waarmee we het doen. 

Voel jij nu ieder jaar de druk om deze titel te behouden?

Nee, niet voor de titel, niet voor die schaal. Ik voel wel de druk dat ik de beste grasmat wil hebben voor Feyenoord. De prijs is mooi, dat zeker. Het is een echte waardering voor het team aan het einde van het seizoen. De aanvoerders van de tegenstander geven de cijfers voor ons veld. Ze kunnen cijfers geven tussen één en een vijf, één is slecht en vijf is uitmuntend. Meestal zijn de cijfers hoor. Maar er zit ook wel eens een minder leuke aanvoerder tussen die denkt: “Ik geef een drie in plaats van een vijf.” 

Natuurlijk willen we gewoon altijd zo goed mogelijk scoren. En de afgelopen jaren hebben we dat gedaan met slechts 2 vieren in 17 wedstrijden. Verder kregen we alleen maar vijven! Wij willen niet alleen in september een mooi veld hebben, maar het hele voetbalseizoen door. Je moet constant aan een bepaalde kwaliteit voldoen. En dat waarderen de spelers. 

Hoofdzakelijk leggen we de grasmat neer voor Feyenoord 1, zij moeten presteren. En als zij winnen, dan hebben wij ook gewonnen.

Kun jij nog een voetbalwedstrijd in de Kuip bekijken en je volledige aandacht hebben voor de wedstrijd? Of kijk jij naar hele andere dingen?

Ik kijk naar het veld. Gewoon naar een wedstijd kijken kan ik niet meer, hoe erg ik dat soms zelf ook vind. Ik wil nog wel eens in een ander stadion komen, dan kijk ik ernaar uit om een leuke wedstrijd kijken, maar ook daar betrap ik mezelf erop dat ik let op hoe het gras erbij ligt en wat er tijdens de wedstrijd met de mat gebeurt. 

Zeker wanneer het om tegenstanders gaat, kijk ik al tijdens de warming up naar de manier waarop ze de grasmat aantasten. Dan is de lol van de wedstrijd er wel af, maar dat maakt mij niet uit.  Dat is nu eenmaal mijn vak. Zo’n vakidioot ben ik. 

Onlangs speelde Oranje in de Kuip. Dan wil ik gewoon zien dat het goed gaat. Ik wil geen spelers die uitglijden, ik wil geen grote schade zien. Feyenoord moest kort daarop ook weer spelen. Je mag rustig weten dat ik die nachten slecht slaap. Je wilt niet afgaan met je grasmat. Nationaal en Internationaal niet.

Je werkt dagelijks samen met een compleet team. In dit team zit ook je zoon Damian. Hoe is dat zo gekomen? 

Dat zijn de wortels die je meekrijgt, die jongen hielp al op je hele jonge leeftijd mee. Damian is nu 16 en hij liep, denk ik, op z’n zevende al mee op de Koninklijke Haagsche Golf & Countryclub. Hij is een liefhebber geworden, en dat zie je in zijn werk ook terug.

Het afgelopen jaar is hij intensief mee gaan werken binnen ons team. Hij loopt iedere vrijdag stage bij ons. Hij heeft de hele zomervakantie ook meegewerkt. En dat is aanpoten, kan ik je vertellen. Maar hij vindt het gaaf, aardje naar zijn vaartje denk ik. Ik denk dat je aan mijn gezicht wel kan zien dat ik enorm trots op hem ben. 

Op zaterdag zet ik mijn vrouw en dochter vaak af bij de bioscoop hiertegenover. Dan ga ik met Damian de Kuip in om te bemesten of te prikken. Er is altijd wel wat te doen. Ja dat is onbeschrijfelijk gaaf, om dat samen met je zoon te kunnen doen.

Hij vindt het tot nu toe allemaal leuk, maar het moet ook leuk blijven, want het is best wel een pittig baan die we hebben. Hij vindt het leuk met de jongens. Thuis doe ik dat samen met mijn vrouw, maar hier wordt hij opgevoed door de jongens. Dat vind ik belangrijk. Je moet wel in het team passen.

De jongens doen dat fantastisch, voelen alles goed aan, durven het ook gewoon te zeggen als er iets niet goed gaat. En als het wel goed gaat geven ze uiteraard ook de complimenten.

We willen graag jonge mensen enthousiast maken voor het vak. In ons team hebben we ook nog Alwin meelopen. Hij is 15 jaar en loopt ook stage. Die jonge gasten moeten het nog echt leuk gaan vinden.  Om de jeugd te bereiken ga ik ook regelmatig live op Facebook. Op social media kom je de jongeren tegen. Daar vertel ik graag over mijn passie: gras. Ik kan er niets anders van maken. Ik neem ze graag mee in de hele beleving van het gras en voor welk eindresultaat je het doet.

Wat zijn voor jou de bijzondere momenten in je vak?

Wat voor mij altijd bijzonder blijft, zijn de wedstrijddagen, zeker Europees. De avondwedstrijden, zoals recentelijk toen Oranje in de Kuip speelde. Wanneer je de sfeer van de wedstrijd proeft.

Je bent de dag zelf al met je team bezig om het veld wedstrijd klaar te krijgen. Dan ga je door de spelerstunnel heen, loop je die trap op of je gaat aan de zijkant het veld op. Het maakt eigenlijk niet uit vanuit welke hoek, maar dan zie je die mat liggen. De lijnen strak, vlaggen die overal liggen, de tribunes zitten vol. Ja, dat is uniek.

En dan denk ik weer terug aan de tijd, dat ik zelf voor het eerst in het stadion liep of toen ik Damian voor het eerst meenam naar het stadion. De grote spandoeken die ze maken, met mooie teksten erop. Ja, dan staat er kippenvel, zo hoog op mijn armen, dat gevoel is uniek. Dat zal ook nooit veranderen, want dat is Feyenoord.  Dat is gewoon mooi en zeker als ze dan ook nog eens aan het einde van zo’n wedstrijd gewonnen hebben. Dat maakt zo’n dag dan compleet.


Wij hebben voor ons kanaal, Passie voor Gras, een hele mooie rapportage mogen maken.

Interview

Toekomst van de jeugd