Test je vaarkennis: oplopen en voorbijlopen

Elke maand test docent watersport John Coenders je vaarkennis met een uit het leven gegrepen casus. Weet jij wat er moet gebeuren om ongelukken te voorkomen? Deze maand duiken we in het op- en voorbijlopen in een geschetste situatie met vier motorschepen.

VRAAG

Mag motorschip A in deze situatie op- en voorbijlopen?

Het motorschip A (negen meter op de waterlijn) is ons (D) voorbijgelopen. Schip C vaart motorschip A aan zijn stuurboordwal voorbij. Motorschip A loopt kruiser B op en zal ter hoogte van de zeilschool kruiser B voorbijlopen. Het motorschip A vaart ongeveer op zijn rompsnelheid, zoals aan het golfdal is te zien. Bij de zeilschool liggen instructieschepen afgemeerd en om de bocht is niet goed te zien of daar al dan niet vaarverkeer is (de begroeiing is vrij hoog). Aan de wal ligt een aantal schepen afgemeerd.

ANTWOORD

Ja, dat mag. Daarbij geldt dat oplopers altijd voorrang verlenen en alleen voorbij mogen lopen als ‘dat zonder gevaar voor andere schepen kan geschieden’. In beginsel loopt de oploper aan bakboord voorbij (art. 6.10) en dient de opgelopene medewerking te verlenen om het oplopen zonder gevaar en in zo kort mogelijke tijd te laten verlopen. De beoordeling van (én verantwoordelijkheid voor!) het ‘al dan niet zonder gevaar’ is altijd aan de schipper.

MAAR IS DIT OOK VERSTANDIG?

Nee. Motorschip A ‘dwingt’ de schepen D en C min of meer naar hun stuurboordwal en de afgemeerde schepen versmallen de doorvaart. Er is bovendien weinig overzicht achter de bocht.

Let ook op het bord, dat een snelheidsbeperking aangeeft. Schip A vaart op zijn rompsnelheid. Zijn snelheid door het water is dan de wortel uit de waterlijn maal 4,54 oftewel ongeveer 13,5 km/uur.

Artikel 6.20 zegt dat een schip (dus ook een klein schip) zijn snelheid zodanig moet regelen dat hinderlijke waterbeweging, waarmee schade aan een varend of stilliggend schip of drijvend voorwerp of werk zou kunnen worden veroorzaakt, wordt vermeden.

Artikel 1.04 (voorzorgsmaatregelen) geeft aan dat er geen schade mag worden veroorzaakt aan oevers.

Conclusie: schip A vaart te hard en veroorzaakt mogelijk schade aan stilliggende schepen en aan de oevers, en misschien stress bij andere watergebruikers. Bij de zeilschool lagen de bootjes te dansen tegen de wal. Met andere woorden: zelfs al mag het, dan is het nog niet meteen de juiste keuze.

John Coenders werd al vroeg gegrepen door de schoonheid van het water en heeft zijn hele leven eraan gewijd. Eerst als buitensportdocent aan het CIOS en onderwijskundige, na pensioen door cursussen Klein Vaarbewijs te geven. Hij is dikwijls in zijn catamaran op het wad te vinden.

Word lid van de Varende Vrienden van EOC-nieuwsbrief

De Varende Vrienden van EOC is een bron van informatie: vaartips, onderhoudstrucs en boeiende verhalen van medeschippers.
Via onze nieuwsbrief krijg je de beste artikelen maandelijks in je mailbox.
Gratis en toegespitst op jouw voorkeuren!

John Coenders
John Coenders
Docent, auteur en gepassioneerd watersporter