Minidocumentaireserie

Oorlog laat diepe sporen na. In de minidocumentaireserie Leven met oorlog vertellen vijf mensen over hoe de Tweede Wereldoorlog vandaag de dag nog steeds een rol speelt in het dagelijks leven. Aan de hand van persoonlijke verhalen, verteld door mensen van uiteenlopende leeftijden en generaties, komt een divers palet van oorlogservaringen aan bod. Maak kennis met Vincent, Tieme, Rinke, Martine, Elisabeth, August en Nina. Hoe geven zij betekenis aan dit verleden in hun eigen leven? En hoe vertalen zij dat naar de wereld van vandaag?

De minidocumentaireserie is een project van ARQ Kenniscentrum Oorlog, Vervolging en Geweld, Nationaal Monument Kamp Vught, Nationaal Monument Oranjehotel, Herinneringscentrum Kamp Westerbork, Nationaal Monument Kamp Amersfoort en het Indisch Herinneringscentrum. Het project is gefinancierd door vfonds, vsbfonds en ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum

Elisabeth 

Toen Elisabeth Oets 14 jaar oud was kocht ze een ketting met een Davidster. Haar moeder reageerde geschrokken: ‘Je moet niet laten zien dat je Joods bent.’ Sindsdien heeft ze jarenlang haar Joodse identiteit voor de buitenwereld verborgen.

Martine en Rinke  

Voor echtpaar Martine Letterie en Rinke Smedinga is de oorlog altijd aanwezig. De opa van Martine is vermoord in concentratiekamp Neuengamme. De vader van Rinke was overtuigd nazi: NSB-lid, volgde de SS-opleiding, was bewaker in Kamp Westerbork en trad in dienst bij de Ordnungspolizei.

Tieme 

Henk van der Pas, de overgrootvader van Tieme de Laat, woonde tegenover Kamp Vught en smokkelde voedsel en medicijnen naar binnen, en brieven van gevangen naar buiten. ‘Ik hoop dat ik zijn dapperheid en rechtvaardigheidsgevoel heb meegekregen’.

Vincent 

Vincent de Kom is de achterkleinzoon van Anton de Kom. Anton de Kom is een bron van inspiratie in het leven van Vincent, om zich zelf in te zetten voor een rechtvaardige wereld: ‘Ik sta op de schouders van een gigant, elke dag’.

August en Nina 

De opa en oma van August waren Indische Nederlanders. Nina’s beide opa’s dienden bij het KNIL, en in 1951 zijn ze op dienstbevel naar Nederland gebracht met de belofte dat ze snel terug zouden kunnen keren naar een vrije Molukse staat.