De NHG-Richtlijnen website is ook als webapp beschikbaar.

Lees verder
NHG-Standaard

De overgang

NHG-werkgroep:
Blom JW, De Vries CJ, Eekhof H, Engel HF, Hoenjet E, Janssen CA, Schep A, Stevens NT, Van den Donk M, Wiersma Tj, Woudstra SJ
Naar Volledige tekst ›
  • Overgang: de periode van een veranderend menstruatiepatroon en de eerste menstruatievrije jaren, waarin een vrouw klachten en symptomen kan ervaren die een relatie hebben met een veranderende ovariële functie
  • Menopauze: de laatste menstruatie in het leven van een vrouw
  • Perimenopauze: de periode voor de menopauze waarin de menstruaties veranderen, tot 1 jaar na de laatste menstruatie
  • Postmenopauze: de periode vanaf 1 jaar na de laatste menstruatie
  • Vroegtijdige overgang: menopauze op een leeftijd < 40 jaar
Naar Volledige tekst ›

Overweeg een relatie met de overgang bij vrouwen ≥ 40 jaar met de volgende klachten:

  • menstruatieveranderingen
  • vasomotorische klachten (opvliegers, nachtelijke zweetaanvallen)
  • vulvovaginale klachten ten gevolge van vaginale atrofie

Anamnese

Naar Volledige tekst ›

Vaststellen van de overgang 

Vraag naar:

  • cyclus: regelmaat, verandering in cycluslengte en hoeveelheid bloedverlies, laatste menstruatie
  • vasomotorische klachten (opvliegers en nachtelijke zweetaanvallen): aard, frequentie, tijdstippen en beloop
  • vulvovaginale klachten: irritatie, jeuk, droogheid, dyspareunie, afscheiding
  • andere klachten of symptomen die de vrouw aan de overgang toeschrijft
  • anticonceptie
  • voorgeschiedenis: operaties aan uterus en/of adnexa, endometriose, hormoongevoelige tumoren

Ten behoeve van de differentiaaldiagnose

Vraag naar:

  • aanwijzingen voor problematisch alcoholgebruik, angst- of paniekstoornis, hyperthyreoïdie
  • medicatie die vasomotorische klachten kan veroorzaken, zoals vaatverwijders, tamoxifen, selectieve aromataseremmers en antidepressiva

Gevolgen voor de vrouw

Vraag naar:

  • hinder en invloed klachten op functioneren en seksualiteit
  • zelfzorg en zelfmedicatie
  • psychosociale factoren zoals stress, werk, zorgtaken, steun omgeving, betekenis afsluiten vruchtbare levensfase

Bij overwegen van medicamenteuze behandeling

Vraag naar:

  • voorgeschiedenis: veneuze trombo-embolieën (VTE), borstkanker en eventuele antihormonale nabehandeling, ischemische hart- en vaatziekten
  • risicofactoren voor VTE, zoals trombofilie, belaste eerstegraadsfamilieanamnese
  • risicofactoren voor ischemische hart- en vaatziekten, zoals roken, belaste familieanamnese, migraine
  • risicofactoren voor borstkanker, zoals belaste familieanamnese, eerdere thoraxbestraling

Lichamelijk onderzoek

Naar Volledige tekst ›
  • Meet de bloeddruk indien medicamenteuze behandeling van vasomotorische klachten wordt overwogen (voor het beleid bij verhoogde bloeddruk, zie  NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement).
  • Inspecteer bij vulvovaginale klachten de vulva. Let daarbij op de kleur, het aspect en de kwetsbaarheid van het slijmvlies (atrofie) en eventuele fluor (bacteriële vaginose).
  • Speculumonderzoek kan achterwege blijven bij vulvovaginale atrofie.
  • Verricht speculumonderzoek bij spotting, contactbloedingen of postmenopauzaal vaginaal bloedverlies (zie  NHG-Standaard Vaginaal bloedverlies), en bij fluorklachten (zie  NHG-Standaard Fluor vaginalis).

Aanvullend onderzoek

Naar Volledige tekst ›

Verricht op indicatie:

Evaluatie

Naar Volledige tekst ›

Stel de diagnose ‘overgangsklachten’ wanneer bij een vrouw ≥ 40 jaar sprake is van vasomotorische klachten (opvliegers en/of nachtelijke zweetaanvallen) of klachten van vaginale atrofie bij een veranderd menstruatiepatroon of amenorroe, indien andere oorzaken zijn uitgesloten.

Differentiaaldiagnostische overwegingen

  • Bij vasomotorische klachten: bijwerking van medicatie, overmatig alcoholgebruik, angst- of paniekstoornis, hyperthyreoïdie of andere zeldzame oorzaken
  • Bij vulvovaginale klachten: lichen sclerosus, seksuele problematiek, vaginale infecties (zie  NHG-Standaard Fluor vaginalis)
  • Bij onregelmatig vaginaal bloedverlies: zwangerschapscomplicaties (zie  NHG-Standaard Miskraam), cervixpathologie, endometriumafwijkingen (zie  NHG-Standaard Vaginaal bloedverlies)
Naar Volledige tekst ›

Het beleid is samengevat in een stroomschema (zie  figuur). 

Figuur. Samenvatting beleid bij overgangsklachten

Voorlichting

Naar Volledige tekst ›
  • De overgang is een fysiologisch proces met een onvoorspelbaar beloop (gemiddelde duur 4-6 jaar) en grote variatie in hinder van klachten.
  • Opvliegers en nachtelijke zweetaanvallen komen het meest voor in het eerste jaar na de menopauze en houden doorgaans 3-7 jaar aan.
  • Opvliegers ’s nachts kunnen moeheid, sombere gevoelens en slapeloosheid veroorzaken.
  • In principe kan anticonceptie op de leeftijd van 52 jaar worden gestaakt (zie  NHG-Standaard Anticonceptie).
  • Bij dyspareunie: adequate stimulatie en opwinding zijn belangrijk voor voldoende lubricatie.

Niet-medicamenteuze behandeling

Naar Volledige tekst ›
  • Gewichtsreductie en lichaamsbeweging hebben een algemeen positief gezondheidseffect, maar dragen niet bij aan het verminderen van opvliegers of nachtelijke zweetaanvallen.
  • Van mindfulness en stressreducerende psychologische interventies is enig effect aangetoond.
  • Van vrij verkrijgbare preparaten tegen overgangsklachten is niet aangetoond dat deze de klachten verminderen. Ze kunnen wel ernstige bijwerkingen geven.

Medicamenteuze behandeling

Naar Volledige tekst ›

Hormoontherapie algemeen

Naar Volledige tekst ›
  • Overweeg hormoontherapie voor vasomotorische klachten bij vrouwen met hinderlijke beperkingen in het dagelijks leven. Weeg samen met de vrouw het effect van hormoontherapie (vermindering van hinderlijke klachten) af tegen mogelijke bijwerkingen (relatief zeldzaam, maar potentieel levensbedreigend) zoals VTE, myocardinfarct, beroerte, borstkanker, endometriumcarcinoom.
  • Ontraad hormoontherapie bij:
    • eerder vastgestelde hormoonafhankelijke tumoren zoals borstkanker of endometriumcarcinoom;
    • eerder vastgestelde VTE, met of zonder trombofilie (dit geldt niet voor vrouwen die antistolling gebruiken);
    • eerder vastgestelde hart- en vaatziekten;
    • onverklaard vaginaal bloedverlies;
    • ernstige leverfunctiestoornissen.
  • Bespreek bij overige situaties het aantal, de aard en de ernst van de risicofactoren bij de beoordeling van het individuele risico op hart- en vaatziekten, VTE en borstkanker en weeg samen met de vrouw de voor- en nadelen van de behandeling af. Bespreek ook de mogelijkheden om het individuele risico te verlagen, zoals stoppen met roken, minderen van alcohol, meer bewegen en afvallen.
  • Bij keuze voor hormoontherapie: kies met de vrouw tussen orale of transdermale toediening van estradiol. Beide zijn even effectief en veilig. Bij vrouwen met een uterus moet altijd ook een progestageen gebruikt worden (alleen in tabletvorm beschikbaar). Zie  tabel 1 voor middelen en doseringen per patiëntengroep.

Tabel 1. Hormoontherapie: middelen en dosering per patiëntengroep

Perimenopauzaal, geen anticonceptiewens

Combinatietherapie estradiol met progestageen sequentieel (onttrekkingsbloeding maandelijks)

Estradiol oraal

Combinatiepreparaat (kalenderverpakking met 14 tabletten met estradiol 1 mg en 14 tabletten met estradiol 1 mg + dydrogesteron 10 mg): 1 dd 1 tablet

Tweede keuze: estradiol tablet 1 dd 1 mg + gedurende 14 opeenvolgende dagen per maand progesteron tablet 100 mg 1 dd 2 voor de nacht

Estradiol transdermaal

Estradiol pleister 50 microg/24 uur 2 x per week vervangen*+ gedurende 14 opeenvolgende dagen per maand dydrogesteron tablet 1 dd 10 mg

Tweede keuze: estradiol pleister 50 microg/24 uur 2 × per week vervangen*+ gedurende 14 opeenvolgende dagen per maand progesteron tablet 100 mg 1 dd 2 voor de nacht

Combinatietherapie estradiol met hormoonspiraal (bij gelijktijdige klachten van hevig bloedverlies)
Zie Perimenopauzaal met anticonceptiewens

Perimenopauzaal met anticonceptiewens

Combinatietherapie estradiol met hormoonspiraal

Estradiol oraal

Estradiol tablet 1 dd 1 mg + hormoonspiraal 52 mg levonorgestrel

Estradiol transdermaal

Estradiol pleister 50 microg/24 uur, 2 × per week vervangen* + hormoonspiraal 52 mg levonorgestrel

Orale anticonceptie (combinatiepreparaat)

Zie  NHG-Standaard Anticonceptie voor voorkeursmiddelen

Postmenopauzaal

Combinatietherapie estradiol met progestageen continu (bloedverlies op termijn afwezig)

Estradiol oraal

Combinatiepreparaat met estradiol 1 mg + dydrogesteron 5 mg: 1 dd 1 tablet

Tweede keuze: estradiol tablet 1 dd 1 mg + progesteron tablet 100 mg 1 dd 1 voor de nacht

Optie lage dosering:§ combinatiepreparaat met estradiol 0,5 mg + dydrogesteron 2,5 mg: 1 dd 1 tablet

Estradiol transdermaal

Estradiol pleister 50 microg/24 uur, 2 × per week vervangen*+ dydrogesteron tablet 1 dd 10 mg

Tweede keuze: estradiol pleister 50 microg/24 uur, 2 × per week vervangen*+ progesteron tablet 100 mg 1 dd 1 voor de nacht

Optie lage dosering:§ estradiol pleister 25 microg/24 uur (= halve pleister, offlabel), 2 × per week vervangen* + dydrogesteron tablet 1 dd 10 mg

Na uterusextirpatie (zonder endometriose)

Monotherapie estradiol

Estradiol oraal

Estradiol tablet 1 dd 1 mg

Estradiol transdermaal

Estradiol pleister 50 microg/24 uur, 2 × per week vervangen*

Na uterusextirpatie (met endometriose)

Combinatietherapie estradiol met progestageen continu

Zie Postmenopauzaal

* Pleister op droge, onbeschadigde huid plakken: buik, bovenbeen, bil, lage rugstreek, niet borsten. Toedieningsplaats afwisselen. Pleister mag nat worden, tijdens douchen, baden. Huiddeel met pleister niet blootstellen aan direct zonlicht.

Gebruikstermijn voor deze indicatie 3 jaar. Zie  NHG-Standaard Anticonceptie voor meer informatie over de hormoonspiraal.

Houd rekening met contra-indicaties en weeg hierbij het vanwege de leeftijd hogere uitgangsrisico op VTE, borstkanker en hart- en vaatziekten mee (zie  NHG-Standaard Anticonceptie). Bespreek bij keuze voor orale anticonceptie het algemene advies om op de leeftijd van 52 jaar te stoppen met hormonale anticonceptie. Vanaf deze leeftijd geldt bij aanhoudende vasomotorische klachten het beleid voor postmenopauzale vrouwen (tenzij er nog een cyclus is).

§ Als de vrouw hierom vraagt.

Open tabel

Niet-hormonale behandeling

Naar Volledige tekst ›
Clonidine

Bij vrouwen met een contra-indicatie voor hormoontherapie kan eventueel clonidine worden overwogen:

  • Start met clonidine tablet 2 dd 0,05-0,075 mg.
  • Evalueer het effect na 4 weken, stop bij onvoldoende effect en/of bijwerkingen.
  • Bouw bij stoppen de dosering in enkele dagen af.

Vaginale klachten

Kies in overleg met de vrouw tussen een indifferent middel of vaginaal oestrogeen.

  • Indifferente middelen: vochtinbrengende gel, crème met hyaluronzuur
  • Bij keuze voor vaginaal oestrogeen:
    • estriol vaginale ovules of crème 1 dd 0,5 mg gedurende 2 weken, daarna 2 × per week 0,5 mg, of
    • estradiol tablet voor vaginaal gebruik 1 dd 10 microg, bouw na 2 weken af tot maximaal 10 microg 2 x per week
    • instrueer de vrouw contact op te nemen bij vaginaal bloedverlies

Controles

Naar Volledige tekst ›

Hormoontherapie vanwege vasomotorische klachten

  • Evalueer na 3 maanden.
  • Verhoging van de dosering wordt niet aanbevolen.
  • Bepaal de frequentie van vervolgcontacten in samenspraak met de vrouw (ten minste jaarlijks).
  • Evalueer daarbij het gebruik en bespreek het al dan niet continueren van de behandeling;
  • Streef naar gebruik < 5 jaar vanwege de geleidelijk oplopende risico’s.

Medicamenteuze therapie vanwege vaginale atrofie

  • Evalueer na 3 maanden.
  • Bepaal de frequentie van vervolgcontacten in samenspraak met de vrouw (ten minste jaarlijks).
  • Evalueer daarbij het gebruik en bespreek het al dan niet continueren van de behandeling.

Consultatie en verwijzing

Naar Volledige tekst ›
  • Consulteer of verwijs naar een gynaecoloog voor advies bij (heel) hinderlijke vasomotorische klachten en contra-indicaties voor medicamenteuze behandeling.
  • Adviseer contact met de bedrijfsarts bij functioneringsproblemen op het werk.
  • Verwijs bij vroegtijdige overgang voor diagnostiek naar oorzaak en advies.
  • Verwijs bij onregelmatig vaginaal bloedverlies > 3 maanden bij continue combinatietherapie voor beoordeling endometrium (transvaginale echografie is in deze situatie niet betrouwbaar).
  • Verwijs bij onverklaard vaginaal bloedverlies bij gebruik van vaginaal oestrogeen.